Het was avond en het regende. Ik ging naar de lokale ledenvergadering van de Fietsersbond. Aan de Nieuwe Herengracht hadden hufters in het tunneltje bij de Hortus bierflesjes kapot gegooid. De enorme bruine glasscherven met scherpe randjes zag ik te laat. Dat voelde niet goed. En ja hoor, meteen klonk er een sissen op het ritme van mijn wielen en 50 meter verderop was mijn voorband leeg en plat.
Een afmelding ge-appt naar het bestuur van de vergadering. Meteen een bericht terug: ‘daar horen moderne banden tegen te kunnen maar sterkte’. Heerlijk, zo’n deskundige, immer kritische groep mensen, zakelijk maar ook meelevend!
Er zat niets anders op dan naar huis te lopen. Onderweg even lekker de gedachten laten gaan. Ik kon me niet herinneren wanneer ik eigenlijk voor het laatst een lekke band had gehad. Er zat vast een groot gat in. Ik hoopte het nog te kunnen plakken. En anders moest ik maar een nieuwe band gaan kopen. Hoe zat het ook alweer met die bandenmaten? Was dat nog steeds 28 X 1 5/8 X 1 3/8? Of heb je tegenwoordig een code met 37-622 nodig, of zoiets?
De volgende ochtend heb ik de band van de velg gehaald. De oorzaak van het lek was makkelijk te vinden. Een puntig, bruin stukje glas stak zo’n 1/2 cm door de buitenband naar binnen. Ik mag van geluk spreken dat ik er mijn hand niet aan heb opengehaald. Het had wel een flink scheurtje gesneden in de binnenband. Maar die kon toch nog geplakt worden. Hulde aan het Simson fietsreparatiedoosje!